Verwarm de oven voor op 175°C.

Snij de chocolade in hapklare stukken. Dit hoeft niet al te fijn, grote chunks zijn lekker!

Doe de boter in een grote kom en roer goed los met een houten lepel. Voeg de suiker en het ei toe en zet alles goed onder elkaar.

Voeg de bloem toe en zet alles goed onder elkaar.

Voeg de chocolade toe aan het mengsel.

Het deeg is een beetje plakkerig. Om toch mooie balletjes te rollen, maak je handen nat onder de kraan. Zo zal het deeg niet aan je handen kleven terwijl je de koekjes vormt.

Verdeel het deeg in twaalf gelijke stukken, ongeveer ter grote van een gehaktballetje.

Verdeel 6 balletjes gespreid over een bakplaat bekleed met bakpapier en druk ze gedeeltelijk plat met je vingers. Probeer niet te veel koekjes op de bakplaat te leggen, want ze spreiden uit zodra ze de oven ingaan.

Bak de koekjes voor ongeveer 14 minuten. De koekjes moeten bruin zijn aan de rand en zullen nog niet helemaal gebakken zijn in het midden. Maar dat is exact wat je wil.

Haal de bakplaat uit de oven en laat de koekjes eerst 5 minuten afkoelen op de bakplaat zodat ze wat uitharden. Zodra de koekjes wat zijn afgekoeld, verplaats je ze naar een rooster tot ze volledig afgekoeld zijn.