Pers de citroenen en doe ze samen met de rasp van 1 citroen in een steelpannetje. Voeg fijne kristalsuiker toe (die smelt het gemakkelijkst) en breng op een klein vuurtje aan de kook.

Gebruik je een vanille-peul? Snij die dan in de lengte doormidden en schraap de zaadjes eruit.

Roer met een garde tot de suiker is opgenomen. Voeg dan de room toe en eventueel de vanillezaadjes en peul. Het lijkt misschien dat het mengsel wat gaat schiften, maar door de room mee op te warmen bindt het geheel mooi.

Van zodra de room begint te bubbelen aan de zijkant, draai het vuur uit. Haal het steelpannetje van het vuur en roer beetje bij beetje de labneh onder het citroenmengsel. Uiteindelijk krijg je een super gladde massa.

Gebruik een zeef om de vanille-peul en de grotere stukjes zeste te verwijderen.

Schenk de vulling in feestelijke glaasjes en plaats voor minimaal 4 uur in de koelkast. Ze gaan mooi opstijven.

Voor de nootjes: Doe de nootjes in een pannetje met het klontje boter. Voeg het kaneelpoeder en een snuifje chilipoeder toe indien gewenst. Bak goudbruin voor 3-4 minuten.

Draai het vuur laag en voeg de bruine suiker toe. Schep om tot de suiker samen met de boter ingedikt zijn en het mengsel aan de noojtes blijft kleven.

Bedek een bordje met een velletje bakpapier en schenk de nootjes erop uit. Voorzichtig want ze zijn erg warm. Spreid de nootjes met twee vorken zodat ze niet allemaal aan elkaar kleven. Laat afkoelen.

Hak de nootjes fijn en voeg ze net voor het serveren van de citroenpotjes toe. Smakelijk!